31
In een fractie van een seconde was alles veranderd. Het besef raakte Jan als een klap in zijn gezicht. Hij had zich weer vergist. Ook Julia was niet de onbekende vrouw. Dit was niet haar stem, vervuld van haat.
Jan liep naar het raam. De vrouw moest de voordeur in de gaten hebben gehouden en hij zag haar inderdaad aan de overkant van de straat. Ze stond in de schaduw van Rudi’s huis, alleen haar regenjas was te zien.
‘Heeft ze je lastiggevallen?’ siste ze door de telefoon. ‘Wou ze geneukt worden?’
Dit was zijn kans, maar hij zou haar niet in zijn handdoek achternazitten en haar ook niet binnenlaten. Hij moest haar daar vasthouden waar ze was.
‘Nee, ze is gewoon een kennis.’ Hij probeerde rustig te blijven praten, maar zijn hersenen werkten op topsnelheid. Hij moest ervoor zorgen dat ze aan de lijn bleef en tegelijkertijd de politie waarschuwen.
Mijn mobiel! Waar is mijn mobiel?
Hij liep de hal in en doorzocht zijn jasje. Geen mobiel.
‘Een kennis,’ echode ze verachtelijk. ‘Je liegt. Natuurlijk wilde ze geneukt worden. Het kutwijf! Ik heb jullie wel gezien! Was het lekker?’
Jan rende zijn werkkamer binnen en doorzocht zijn aktetas. Waar is die verdomde mobiel?
‘Luister,’ zei hij, en hij keek koortsachtig de kamer rond. ‘Alsjeblieft, luister even. Er is geen reden om je op te winden. Er is niets tussen mij en haar. Je wilde me toch spreken? Daar kwam je toch voor?’
Zijn broek! Hij liep de badkamer in en voelde in de zakken van zijn spijkerbroek, maar daar zat alleen de autosleutel in. En toen wist hij het weer. Die middag had zijn mobieltje kort na het gesprek met Bettina aangegeven dat de accu leeg was. Hij had hem aan de lader gelegd op zijn bureau om hem niet te vergeten. En daar lag hij nog steeds.
Schitterend!
‘Luister jij maar eens naar mij,’ zei de onbekende vrouw en haar stem klonk dreigend kalm. ‘Dat gaat zo niet, begrijp je dat? Ik zal niet toestaan dat iemand als zij aan je zit te frunniken. Dat doet me pijn. Weet je eigenlijk wel hoeveel pijn me dat doet?’
Terwijl ze praatte gooide Jan de handdoek op de grond en trok zijn spijkerbroek aan. Snel trok hij een trui over zijn hoofd en drukte de telefoon weer tegen zijn oor.
‘Ik wilde je helemaal geen…’
Hij stokte. Aan het andere eind van de lijn klonk de ingesprektoon.
‘Shit!’
Hij rende naar het raam. De vrouw was weg. Ergens verderop hoorde hij de motor van een auto loeien, maar Jan kon de wegrijdende auto niet zien.
Ineens werd hem duidelijk waar ze heen ging.
‘Julia!’